Donderdag
Zonder er bijzondere aandacht aan te besteden, wordt het donderdag. Het moet ergens rond kwart over twaalf zijn als we stoppen in Luxemburg. Tanken en een plas- en rookpauze. De locatie wordt op Facebook gezet. Aire de Capellen. Ook buschauffeurs letten op de kleintjes.
Nadat de bus vertrokken is, meldt de chauffeur dat de volgende stop een stille stop zal zijn; er wordt niets omgeroepen, zodat iedereen die slaapt niet gestoord zal worden.
In de ochtend wordt, na een sanitaire stop, het ontbijt uitgedeeld. We eten in de bus, omdat het buiten regent. Ach, we zitten in de Bourgogne, ergens bij Chalon, dus dat vindt niemand een probleem.
Bédoin is nog ver.
Bij het afdraaien van de snelweg brengt de chauffeur ons op de hoogte van het weer op de camping: op de snelweg hadden we regen, maar op de camping is het droog.
Ik weet niet wie hij gesproken heeft, maar de chauffeur is verkeerd ingelicht; het regent, ook in Bédoin. 'Maar morgen hebben we een 10,' verzekert men. Uiteindelijk wordt het droog, en hoe! De regen trekt in de grond en de wolken verdwijnen.
We vertrekken voor een opwarmrondje. Even de busbenen strekken. Als toetje is daar de kleine Col de la Madeleine, een klimmetje van 5 kilometer.
In de avond, na het eten, is het voorstelmoment: deelnemers worden uitgenodigd te vertellen wat hun drive is om mee te doen. De verhalen grijpen iedereen aan. De luisteraars weten wat het is hun liefste te missen. De vertellers weten dat. We voelen elkaars pijn.
